De top 3 knelpunten bij WKO

Het ontwerp en de besturing van duurzame energie-installaties is maatwerk. Een kleine kink in de kabel heeft verstrekkende gevolgen voor het rendement. Presteren uw installaties wel naar wens en behalen ze het maximale rendement? Niet alleen een kritische blik op het ontwerp van de installatie is belangrijk, maar het is ook goed om regelmatig uw besturing en het functioneren daarvan goed onder de loep te nemen. Inzicht in de performance van het systeem werkt verhelderend. Soms presteert een gebouw al veel beter met een aantal kleine aanpassingen in de besturingssoftware.

Dus graag motiveer ik je om eens naar de volgende situaties te kijken:

Punt 1: Naadloze overgang van situaties

Bij systemen met warmte/koude bronnen, warmtepompen, ketels, droge koelers en warmte-invang zijn verschillende situaties mogelijk om warmte en/of koude te leveren. We willen het liefst gebruik maken van de ‘gratis’ warmte en koude uit de lucht. Wanneer er een tekort ontstaat worden de andere energie-opwekkers zo optimaal mogelijk ingezet. Je kunt je voorstellen dat er in dit systeem meerdere situaties kunnen voorkomen. Deze situaties dienen naadloos in elkaar over te gaan, zodat de gebruiker geen hinder ondervindt. Vaak komt er bij de overgang van de situaties een onwenselijke koude- of warmtedip voor. Controleer daarom regelmatig in je gebouwbeheersysteem of de instellingen hiervoor wel goed zijn ingeregeld.

Punt 2: Energie- en flow balans in de bronnen

In systemen met warmte/koude opslag (WKO) is het van belang dat in de bodem zowel de energiebalans als de flowbalans op orde zijn. Hier wordt door de Provincie op gecontroleerd en op gehandhaafd. De juiste inzet van de koude c.q. warmtebron, in combinatie met de regeling, is hierin bepalend. Vaak zie ik dat de energiebalans en flowbalans scheefliggen. Door een juiste inzet van de bronnen met een goede delta T vermindert de flow-onbalans. Door een laag temperatuurverschil (delta T) wordt er (te) veel water verpompt. Dit kan leiden tot flow-onbalans. Tevens slijten de pompen hierdoor eerder. Naast de balans zijn er dus ook instandhoudingskosten te verminderen. Mijn advies is om regelmatig te controleren of de uitvraag nog wel in balans is.

Punt 3: Warmte- en koelvraag

Bij WKO-installaties bepaalt de gebruiker of er gekoeld of verwarmd gaat worden. Wanneer de gebruiker de wamte- en koude vraag niet op een juiste wijze regelt, zal de WKO-installatie te vaak in warmte- of koelvraag, draaien. Dit veroorzaakt net als bij punt 2 hogere energiekosten en hogere instandhoudingskosten dan nodig. De levensduur van de componenten worden hiermee aanzienlijk verkort. Hieruit blijkt dat het totale systeem, zowel gebruiker als opwekker, naadloos op elkaar afgestemd dient te zijn. Aan jou de schone taak om hiervoor te zorgen!